Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gelijk als mijn hand [31]gevonden heeft de koninkrijken [32]der afgoden, [33]ofschoon hun gesneden beelden [34]beter [35]zijn, dan [36][die] van Jeruzalem, en dan [die] van Samaria; 31. Dat is, overweldigd, verkregen, gelijk Job 31:. Zie aldaar de aantekening Job 31:25. 32. Dat is, dergenen die de afgoden eren. Zie van het Hebreeuwse woord Elim Lev.19:4. 33. Of, en nochtans, of daar toch. 34. Dat is, voortreffelijker. 35. Of, waren. 36. Te weten, afgoden. Zie vs.11.